Topcorridordag: samen werken aan het multimodale infra-netwerk
Er ligt een flinke opgave de komende jaren voor de overheid en het bedrijfsleven voor het verbeteren van de logistieke corridors in Nederland. “Er dreigt een chaos door de dringende vervangings- en renovatieopgave op weg, water en spoor die we alleen samen kunnen oplossen. Kijk daarbij niet naar losse modaliteiten, maar naar logistieke ketens”, was de centrale boodschap van dagvoorzitter Marcel Michon op de Topcorridordag.
Bekijk ook de video met de reacties op de Topcorridordag
Tijdens de tweede editie van de Topcorridordag, dit jaar in Basecamp in Utrecht, werd door alle deelnemers maar weer eens onderstreept dat multimodale bereikbaarheid enorm belangrijk is voor Nederland. Overheden en bedrijfsleven werken sinds de start van het Topcorridors-programma in 2017 dan ook steeds nauwer samen aan het verbeteren van de belangrijkste logistieke corridors in Nederland. Het aantal deelnemers was twee maal zo groot als in 2023, met ook enkele ondernemers die hun ervaringen deelden.
Duurzame economie
“De multimodale topcorridors ondersteunt bedrijven bij de transitie naar een duurzame economie, het verbeteren van de leefbaarheid en de modal shift”, benadrukte Merijn Wetzels, directeur lease bij DSM Chemelot in Geleen. Wetzels nam tijdens het event eind november deel aan een paneldiscussie met Adriaan Zeillemaker (voorzitter DO GVC OZO en Zuid en hoofd multimodaal goederenvervoer en buisleidingen bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), Esmé Rijs (directie Transport en Logistiek Nederland), Bram Rosendaal (Raillogix) en Liana Engibarjan (binnenvaartschipper en influencer).
Nederland kent inmiddels drie multimodale goederenvervoerscorridors: Oost, Zuidoost en Zuid met negen multimodale knooppunten op de Topcorridors. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat investeert hier via het MIRT-programma in betere infrastructuur zoals het verbeteren van sluizen en kades, het ontwikkelen van Clean Energy Hubs en meer digitalisering.
“We kijken vaak nog te veel vanuit een modaliteit, terwijl we meer naar ketens moeten kijken”, was de boodschap van Adriaan Zeillemaker tijdens de paneldiscussie onder leiding van Marcel Michon van Buck Consultants International. Met een budget van 160 miljoen euro in de afgelopen acht jaar, waaronder de Modal Shift regeling, heeft het Ministerie volgens Zeillemaker een verschuiving naar duurzamer goederenvervoer trachten te faciliteren.
Modal shift in verslogistiek
De discussie wees uit hoe complex de multimodale samenwerking kan zijn. Vervoer via spoor of binnenvaart is vaak complexer om te organiseren dan wegvervoer, dat maakt het vaak meer tijdrovend in sommige gevallen ook duurder. Toch bracht Bram Roosendaal van Raillogix en recent uitgeroepen tot ‘Railcargo talent van het jaar’ een sprankje hoop: “Er is nu een voorbeeld van een oplossing waarmee gekoelde containers per spoor kunnen worden vervoerd, wat de modal shift in verslogistiek verder kan stimuleren.”
Liana Engibarjan gaf tijdens de paneldiscussie een kritische noot. “De gemiddelde MKB-ondernemer is hier helaas niet, mede omdat hij of zij zelf vaart of rijdt. Terwijl het gesprek met elkaar aangaan over de operationele problemen waar we dagelijks tegenaan lopen heel belangrijk is om tot oplossingen te komen.” Zo merkt zij dagelijks dat sluizen niet werken of onbemand zijn door personeelstekort. “Kleine binnenvaart ondernemers verdwijnen langzaam maar zeker, maar we hebben ze hard nodig. Overheid, luister bij het maken van beleid ook wat meer naar de ondernemers door met ze te praten en beter te faciliteren”, aldus de binnenvaartschipper.
Kennisdeling essentieel
Bij het vaststellen van multimodaal goederenvervoer beleid is het volgens haar belangrijk dat de overheid zich ook op de kleinere schippers richten. “Het corridorprogramma richt zich op het afhandelen van de dikkere goederenstromen, maar de varende mannen en vrouwen in haarvaten, de kleinere schippers, bepalen het uiteindelijke succes.”
Esmé Rijs (TLN) voegde daaraan toe dat bij die gesprekken met marktpartijen kennisdeling essentieel is. “We brengen onze leden in contact met overheidsinitiatieven zoals Joint Corridors Off Road om breder te kijken naar de kansen die multimodaliteit biedt.”
Tijdens de paneldiscussie kwam de vraag ter sprake of de gelden uit het nieuwe Meerjarenprogramma Terugsluis Vrachtwagenheffing (VWH) breder ingezet moet worden dan alleen het verduurzamen van het wegtransport. De dreiging is dat juist de wegen dan nog meer dichtslibben. “Hier moeten we met elkaar een antwoord op vinden. Het gebruik van het spoor kan in de praktijk voor bedrijven complex zijn, maar de bijdrage aan de verduurzaming van het transport is groot. Dit is mede omdat het spoorvervoer al grotendeels elektrisch is. Als de kosten van spoorgoederenvervoer concurrerend zijn en de betrouwbaarheid hoog dan kan deze mobiliteit bijdragen aan een verminderde congestie op de weg”, zei Adriaan Zeillemaker.
TLN: ‘meer multimodaliteit
Ook meer innovatieve multimodale oplossingen bieden een oplossing volgens Esmé Rijs. “We zoeken als TLN daarom zeker naar meer multimodaliteit. Eerder vandaag is het vervoer van niet kraanbare trailers via het spoor genoemd als uitdaging. Daarvoor is tot nu toe nog geen oplossing gevonden, omdat dan geïnvesteerd moet worden in een nieuw overslagproces. De Vervanging & Renovatie-opgave waar Nederland voor staat legt echter een forse druk op besteding van de middelen vanuit de rijksoverheid. Dit is een gegeven, maar de sector moet blijven inzetten op innovaties om ook resultaten en successen te laten zien.”
Intensieve samenwerking
Topcorridors programmamanager Jeroen Laro stelde vast dat hij trots is op de voortgang in gezamenlijke projectontwikkeling binnen het programma. Tegelijkertijd erkende hij dat er nog flinke uitdagingen liggen om de modal shift verder aan te jagen. “We geloven in intensieve regionale samenwerking om het makkelijker te maken voor bedrijven om van multimodale diensten gebruik te maken. Daarom hebben we Realisatiepacten opgezet in negen knooppunten. We moeten lokaal en regionaal impact maken via investeringen in deze negen knooppunten, de modal shift versnellen en intensiever samenwerken met het bedrijfsleven.”
Het MIRT programma Topcorridors bestaat inmiddels uit 40 projecten. Een deel van de resultaten werden ten toon gesteld tijdens een beurs op het geslaagde event dat rond de 140 bezoekers trok. Zo stond op de beurvloer een ‘740 meter-spoor stand’. Op een tafel van deze lengte werden verschillende projecten zoals MELVIN, Zero Emissie rangeren in Moerdijk, INDIGO+, Last Mile Spoor en 740 meter spoor, de successen uit Europa werden getoond door verschillende adviesbureaus, maar ook RH2INE en Rhombus. Ook waren deelnemers van de realisatiepacten van de partij op de beurs. Daarnaast werden op stands de resultaten gedeeld vanuit de werkgroep digitalisering en de Joint Corridors Off Road.
Meer weten over het MIRT programma Topcorridors? Zie www.topcorridors.nl, of neem contact op met Jeroen Laro, MIRT programmamanager GVC Oost en Zuidoost, jeroen.laro@minienw.nl of Henk Jan Zoer, MIRT programmamanager GVC Zuid, henkjan.zoer@minienw.nl