Watergebonden en multimodale bedrijventerreinen op de topcorridors steeds beter benut
De afgelopen tien jaar worden bestaande bedrijventerreinen steeds beter benut, maar geldt dit ook voor alle watergebonden en multimodaal ontsloten bedrijventerreinen op belangrijke goederenvervoercorridors? Wel degelijk stelt zelfstandig beleidsonderzoeker en beleidsadviseur Gerlof Rienstra vast in een inventarisatie/onderzoek op basis van data uit de RUDIFUN-data database van het Planbureau voor de Leefomgeving en gegevens uit IBIS-werklocaties.
Op basis van de data uit deze beide databases is het mogelijk om de ontwikkeling van watergebonden en multimodaal ontsloten bedrijventerreinen op de drie goederenvervoerscorridors te volgen. Dit onderzoek spitst zich toe zich op 118 watergebonden en 49 multimodaal ontsloten werklocaties, waarbij per terrein en bouwblok de benutting wordt geanalyseerd.
Intensivering is een middel om meer oppervlakte bedrijfsruimte per vierkante meter grond mogelijk te maken (INTENS, 2021). Dit kan door te verdichten (horizontaal) of door meer bouwlagen (verticaal) te realiseren. Dit wordt zichtbaar in de bebouwingsdichtheid op bedrijventerreinen.
De (verandering) in bebouwingsdichtheid is meetbaar aan de hand van twee indicatoren. In de eerste plaats via de zogenoemde Floor Space Index (FSI), gedefinieerd door vloeroppervlak gedeeld door het grondoppervlak en door de Ground Space Index (GSI), gedefinieerd door de voetafdruk gebouwen/grondoppervlak. De FSI is de verhouding tussen de totale bruto vloeroppervlakte (bvo) van een gebouw en de bijbehorende terreinoppervlakte. De parallel berekende GSI geeft aan welk aandeel van een gebied bebouwd is.
Beide indexen zijn op verschillende ruimtelijke schaalniveaus door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in kaart gebracht (RUDIFUN, 2024). Wij maken hier gebruik van het laagst beschikbare niveau, het netto bouwblok, en van het bedrijventerrein als eenheid. Netto wil in dit geval zeggen dat er zo scherp mogelijk wordt ingezet op de (bedrijfs)gebouwen als onderdeel van een bouwblok en bedrijventerrein: de som van de bebouwde percelen, zonder de oppervlakte van het straatprofiel en kleine onbebouwde percelen.
Toename bebouwingsdichtheid
Uit onderzoek blijkt dat de FSI op bedrijventerreinen in Nederland in de loop der jaren gemiddeld is toegenomen. Dit is een ontwikkeling die zich al vanaf 2014 (eerste meetmoment) voordoet. Vraag is of dit ook geldt voor de watergebonden en multimodale logistieke knooppunten op de drie goederenvervoerscorridors. We maken uit de totale bedrijventerreinpopulatie op de corridors een selectie: 118 bedrijventerreinen op de drie topcorridors hebben een ontsluiting via een vaarweg en hebben de beschikking over een kade. Daarvan hebben er 49 een multimodale ontsluiting gecombineerd met spoor.
De trend is in alle gevallen duidelijk en positief, de bebouwingsdichtheid neemt toe. Wel is er een duidelijk onderscheid tussen de watergebonden en de multimodale terreinen. De FSI is bij de watergebonden bedrijventerreinen beduidend hoger dan bij de multimodale en zelfs hoger dan het gemiddelde voor alle bedrijventerreinen in Nederland. Vooral waar sprake is van herontwikkeling, bijvoorbeeld in de oudere havengebieden van Amsterdam en Rotterdam, neemt de score toe.
Bij de GSI zien we een vergelijkbare ontwikkeling, de Ground Space Index neemt in alle gevallen toe. Ook hier scoren de watergebonden bedrijventerreinen beter dan alle andere terreinen, maar de onderlinge verschillen zijn minder groot dan bij de FSI. De herontwikkeling van de oude havengebieden in Amsterdam en Rotterdam is wederom zichtbaar, maar ook in delen van de Beatrixhaven (Maastricht) en Haven VIII (Waalwijk) is sprake van een aanzienlijke toename.
Meer bouwlagen
Er is zeker sprake van verdichting. Zowel tussen 2014 en 2019 als in de periode 2019-2024 neemt het gemiddeld aandeel open ruimte (OSR) op de drie categorieën bedrijventerreinen af. Ook de verticale index L, meer bouwlagen, neemt in beide periodes toe.
De onderlinge verschillen zijn bij deze index weer groter. Op de multimodale terreinen is vaker sprake van één bouwlaag, in vergelijking met de watergebonden en vooral alle bedrijventerreinen in Nederland. Dat past ook wel bij het type economische activiteiten op logistieke bedrijventerreinen. Maar ook hier is sprake van een, weliswaar geringe, verandering naar gemiddeld meer bouwlagen.