Goederenvervoer over water: ‘niet langer een optie, maar een noodzaak’

Na de eindrapportage Multimodaal Netwerk Goederenvervoer in de metropoolregio Amsterdam, weten we sinds september waar de regio heen wil. Dat mede dankzij de trekkers, de Provincie Noord-Holland en Havenbedrijf Amsterdam. Deze rapportage is verder uitgewerkt in een zogenaamd inzetplan. “Samen met een regisseur en de regionale en nationale partners, starten we nu met het opstellen van een realisatiepact”, zegt Rombout Huisman, beleidsmedewerker verduurzaming mobiliteit, bij de provincie. 

Rombot Huis knooppunt Amsterdam

Inzet van het realisatiepact is het goederenvervoer duurzamer te maken en te verplaatsen van de weg naar het spoor en het water. De basisgedachte daarbij is: zonder analyse, geen gerichte planmakerij. Huisman: “In de genoemde eindrapportage was één van de belangrijkste conclusies dat de omvangrijke groei van het wegverkeer leidt tot toenemende congestie. We verwachten dat het aantal logistieke bewegingen ten opzichte van 2020 met dertig tot veertig procent in 2040 toeneemt. Goederenvervoer per spoor neemt tot 2030 toe van drie miljoen naar zes miljoen ton in de metropoolregio. Het goederenvervoer via de binnenvaart gaat in diezelfde regio van 68 miljoen ton naar 75 miljoen ton in 2030. De hamvragen hierbij zijn: Hoe gaan we bereikbaarheid en de betrouwbaarheid garanderen? Hoe stimuleren we een modal shift van weg naar spoor en water? En: Hoe kunnen we de hoeveelheid emissies van het vervoer in de regio terugbrengen? Immers, in 2050 wil de logistieke sector klimaatneutraal zijn.” 

Vervanging en renovatie 
Dat zijn ambitieuze doelen. Tegelijkertijd zijn steeds meer (delen van) wegen en binnenvaarwegen toe aan vervanging- en renovatie. Dit terwijl uit de analyse blijkt dat wegen en vaarwegen in de regio intensief worden gebruikt. Meer dan 95 procent van het goederenvervoer vindt plaats via weg of water. Het wegennetwerk neemt daarvan 66 tot 71 procent voor haar rekening. 
De eindrapportage zegt hierover: “De ringen rond Amsterdam trekken veel goederenstromen aan zoals vervoer tussen de haven van Amsterdam en het achterland, vervoer van de Agriport uit Noord-Holland-Noord, transitverkeer van Zuid-Holland en stadslogistiek van en naar de stad.” Het meeste goederenvervoer op de ring gaat via de A10 noord en de A10 zuid. “Andere belangrijke corridors voor goederenvervoer zijn de A5 en A9, de A1 en A6 naar het oosten, de A2 en A4 naar het zuiden en de A7 en A8 als verbinding voor Noord-Holland-Noord.” Het spoornetwerk en buisleidingen beslaan slechts twee à drie procent van de vervoersbewegingen. “Echter, vooral voor vervoer van Tata Steel en de haven van Amsterdam richting Bad Bentheim is deze modaliteit relevant”, valt te lezen in de eindrapportage.  

Van inzetplan van realisatiepact 
Het havenbedrijf Amsterdam en de provincie Noord-Holland zijn trekker van het inzetplan en het daarop te baseren realisatiepact. “Maar we kunnen het niet alleen”, zegt Huisman. “Daarvoor hebben we regionale partners nodig, zoals de gemeente Amsterdam, de Metropoolregio Amsterdam en andere regiopartijen. Maar ook bijvoorbeeld de provincie Flevoland en de ministeries van IenW en EZK. Kortom, je hebt een brede coalitie nodig.” Met een knipoog: “Dit is polderen op zijn best.” 

In de eindrapportage staan zeventien logistieke clusters vermeld als zijnde van groot belang. Huisman: “Er is gewoonweg niet meer ruimte op de weg en er is ook niet altijd een mogelijkheid om bij te bouwen. Dat laatste wil je ook niet, ook niet in verband met duurzaamheid. Uit dat oogpunt wil je bij logistiek vervoer steeds meer naar weg en water. Tegelijkertijd wil je de efficiëntie van weg, water en spoor als logistieke vervoerstromen verbeteren en knelpunten wegnemen. Daarbij komt dat vervoerstromen die over de weg gaan niet altijd eenvoudig zijn om te leiden. Je moet dus per logistiek cluster kijken wat er kan ter plaatse. Daar spelen bijvoorbeeld ook issues zoals wachttijden bij sluizen en klimaatinvloeden. Kortom, de modal shift in de praktijk doorvoeren is zo eenvoudig nog niet en dat komt mede omdat de sector nog niet genoeg gedigitaliseerd is. Ook de potentie van data wordt nog te weinig benut. Kijk naar de inzet van data en digitalisering binnen de OV- en automobielsector en je weet hoeveel uitdagingen we nog wat dat betreft hebben binnen logistiek. ” 

Partijen bij elkaar krijgen
Echter, daar laten de trekkers, de provincie Noord-Holland en het Havenbedrijf, zich niet door ontmoedigen. Huisman: “Met de eindrapportage en het inzetplan liggen er documenten waarop wij en onze regionale en landelijke partners ons kunnen baseren. Het is in feite een analyse waar je met het realisatiepact op kunt voortborduren. Het is de bedoeling dat de zogenoemde regisseur, die we momenteel aan het zoeken zijn, de partijen bij de verschillende goederenvervoersclusters bij elkaar krijgt om concrete verbeterplannen van de grond te krijgen. Daarbij moet er ook een afweging komen. Waar zetten we onze capaciteit en inspanningen op in? Welke maatregelen hebben de meeste impact? Die maatregelen zul je over de tijd weg moeten zetten. Welke krijgen prioriteit?” Daarbij moet er oog zijn voor de quick wins, beseft Huisman: “Je moet dus vaak lokaal gaan kijken: Wat kan hier? Zijn er bedrijven die zo dicht bij het spoor of een waterweg zitten dat overstappen logisch is? Zodat je daarmee al de weg ontlast en het vervoer duurzamer maakt. Daarbij komt dat zwaar transport ervoor kan zorgen dat je meer onderhoud aan wegen moet plegen. Zit er een mogelijkheid in om dat vervoer op een andere manier plaats te laten vinden zodat je twee vliegen in een klap slaat?” 

Internationaal georiënteerd 
Het Noordzeekanaal, luchthaven Schiphol, de regio Amsterdam, Aalsmeer en Flevoland, zijn internationaal georiënteerd. “Daar moeten we dus ook rekening mee houden in de verdere plannen”, aldus Huisman. “De regisseur pelt vervolgens een voor een de projecten af, bezoekt de projectleiders en de regionale en landelijke partners. Daarna gaan we onder zijn of haar leiding aan de slag met een breed gedragen realisatiepact dat bij de minister komt te liggen.” Daarbij weet Huisman dat hij en zijn collega’s het wiel niet opnieuw hoeven uit te vinden. “Dat is het dankbare van de goederenvervoercorridors Zuid en Oost-Zuidoost. Sommige knooppunten zijn verder en hebben al een realisatiepact. Daar kunnen we van leren. Bijvoorbeeld over de realisatie van clean energy hubs of digitale middelen om de beschikbaarheid van ligplaatsen inzichtelijk te maken. Er bestaat bij ons en bij onze partners wel een drang om, na deze analysefase, daadwerkelijk stappen te zetten om concrete verbeteringen aan te brengen.”

  • Logo ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
  • Logo North Sea Port
  • Logo Port of Amsterdam
  • Logo Port of Moerdijk
  • Logo Port of Rotterdam
  • Logo provincie Gelderland
  • Logo provincie Limburg
  • Logo provincie Noord Brabant
  • Logo provincie Noord-Holland
  • Logo provincie Zuid-Holland
  • Logo provincie Zeeland