‘Beter benutten moet het keyword zijn binnen realisatiepacten’
In het regeerprogramma zegt het kabinet dat het begin 2025 een beleidsagenda presenteert voor het goederenvervoer. De agenda zet in op realisatiepacten binnen de drie corridors en het stimuleren van digitalisering. ‘Nieuw accent in de beleidsagenda is verder filebestrijding en welke bijdrage het goederenvervoer hier aan kan leveren’, zegt Adriaan Zeillemaker, plaatsvervangend directeur Maritieme Zaken en hoofd multimodaal goederenvervoer en buisleidingen bij het ministerie IenW.
In het recent gepresenteerde regeerprogramma stelt het kabinet in de passage over de beleidsagenda goederenvervoer over weg, spoor, water en buizen nadrukkelijk dat het met regio’s en gemeenten en de logistieke sector verkeersfiles wil aanpakken om verstoringen tegen te gaan in de aan- en afvoer van zowel goederen als energie.
‘Bij het bestrijden van files blijft het stimuleren van modal shift belangrijk, maar ook digitalisering. Vooral ook gezien het feit dat een aanzienlijk deel van de vrachtwagens nog altijd grotendeels leeg rond rijdt. ‘Inzetten op efficiënter bundelen van lading met hulp van slimme digitale tools en modal shift kan de sector daarbij helpen’, zegt Zeillemaker.
Inzetten op beter benutten
Volgens Zeillemaker vervullen de realisatiepacten in de drie GVC’s op beide vlakken een belangrijke rol. ‘Dat vindt het kabinet ook omdat regionale partijen via de pacten bij uitstek in staan zijn om te inventariseren tegen welke problemen het goederenvervoer en de logistiek in hun regio aan lopen. Deelnemers aan de pacten zijn in staat om met slimme maatregelen gezamenlijk het bestaande vervoerssysteem lokaal zo optimaal mogelijk te benutten door bijvoorbeeld met hulp van slimme digitalisering, doordacht locatiebeleid en kleine infrastructurele aanpassingen te zorgen voor een betere doorstroming om zo goederen efficiënter te vervoeren en files tegen te gaan. Beter benutten is dan ook het key voor de realisatiepacten want de grote hoeveelheid geld die nodig is voor nieuwe infrastructuurprojecten is de komende jaren niet beschikbaar.’
Europese subsidies
Het programmabudget van Topcorridors bedroeg de afgelopen vijf jaar 160 miljoen euro die binnen het Bestuurlijk Overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (BO MIRT) zijn weggezet in een groot aantal relatief kleine projecten. Zeillemaker: ‘Dat bedrag is bij veel projecten aangevuld met middelen uit de regio en/of het bedrijfsleven. Ook zijn we de afgelopen jaren in staat geweest om subsidies binnen te halen vanuit de CEF (Connecting Europe Facility) regeling. Ook de Topsector Logistiek doet goed werk voor de Topcorridors.’
Nieuw programmabudget
De komende periode wordt volgens Zeillemaker spannend voor wat betreft de verdeling van het beschikbare geld voor het Topcorridors-programma. In november worden binnen het BO-MIRT overleg bepaald voor welke laatste tranche projecten gelden vrijkomen. Daarna is de bodem van het programmabudget in zicht. Zeillemaker: ‘Voor de komende MIRT-ronde zijn er voldoende middelen. Als daarna nieuwe plannen worden bedacht dan zal er een nieuw programmabudget nodig zijn. Het is aan de minister om daar de komende periode een beslissing over te nemen. Ik denk dat we met het huidige programma bewezen hebben dat we met een beperkte hoeveelheid middelen een goede bijdrage kunnen leveren aan een efficiënter, duurzamer en veiliger goederenvervoersysteem in Nederland en hoop daarom op een verlenging van het MIRT-programma’.